Guus Meeuwis
"Brabant"

Een muts op m'n hoofd
m'n kraag staat omhoog
't is hier ijskoud
maar gelukkig wel droog
de dagen zijn kort hier
de nacht begint vroeg
de mensen zijn stug en d'r is maar een kroeg
als ik naar m'n hotel loop, na een donkere dag
dan voel ik m'n huissleutel diep in m'n zak

Refr.
en ik loop hier alleen in een te stille stad
ik heb eigenlijk nooit last van heimwee gehad
maar de mensen ze slapen, de wereld gaat dicht
en dan denk ik aan brabant, want daar brandt nog licht

ik mis hier de warmte van een dorpscafe
de aanspraak van mensen met een zachte 'g'
ik mis zelfs 't zeiken op alles om niets
was men maar op brabant zo trots als een fries
in 't zuiden vol zon, woon ik samen met jou
't is daarom dat ik zo van brabanders hou

Refr.
Ik loop hier alleen in een te stille stad
ik heb eigenlijk nooit last van heimwee gehad
maar de mensen ze slapen, de wereld gaat dicht
en dan denk ik aan brabant, want daar brandt nog licht

De peel, en de kempen en de meijerij
maar 't mooiste aan brabant ben jij , dat ben jij

Ik loop hier alleen in een te stille stad
ik heb eigenlijk nooit last van heimwee gehad
maar de mensen ze slapen, de wereld gaat dicht
en dan denk ik aan brabant, want daar brandt nog licht

en dan denk ik aan brabant, want daar brandt nog licht

en dan denk ik aan brabant, want daar brandt nog licht